top of page

Opvoeding

​

De opvoeding van de hond kent meerdere aspecten. 
Als eerste moet er een positieve band ontstaan tussen baas en hond. 
Ten tweede moet voorkomen worden dat de hond dominant wordt over de eigenaar.  Uiteraard is het in de dagelijkse omgang met de hond prettig alsook praktisch als hij een aantal oefeningen kent.  Oefeningen zoals het gaan zitten op commando (bv "zit") worden aangeraden om eerst te worden aangeleerd.  Aanleren van oefeningen kan het beste gebeuren in een voor de hond prikkelarme omgeving, pas later kan er dan geoefend worden met steeds meer afleiding.  Ook moet er niet geprobeerd worden de hond iets aan te leren in situaties waarin hij angstig is, de hond kan zich dan niet ten volle concentreren op uw commando's.  Het aanleren van oefeningen moet gebeuren door gebruik te maken van beloningen, straffen is bij het aanleren van oefeningen geen doeltreffende manier.  Men wil immers bereiken dat de oefening, uitgevoerd op het commando, zal toenemen in frequentie.  Belonen voor het gewenste gedrag zorgt ervoor dat het gedrag vaker zal worden uitgevoerd, straffen of negeren laat het ongewenste gedrag afnemen.  Wat de beloning betreft zijn er meerdere mogelijkheden:

                                                

Voer:  Voor veel honden werkt dit als beloning het beste.  In de aanleerfase zal de hond zich dus het snelst een handeling eigen maken als de daaraan gekoppelde positieve ervaring zo sterk mogelijk is.  Voordeel ten opzichte van belonen met een speeltje is dat bij belonen met het speeltje het voorwerp wordt afgegeven en dat bij het belonen met voer direct daarna de aandacht weer op de geleider gevestigd kan worden door een nieuw brokje tevoorschijn te halen.  Wel wordt aangeraden om het soort voer (brokjes, worstjes, koekjes...) dat gebruikt wordt enkel en allen aan uw hond te geven wanneer u echt bezig bent met werken.  Geef hem naast de trainingen wat u zelf wil, maar houdt de speciale koekjes voor het "echte" werk.  Zodra de hond de oefening beheerst, kan het wel of niet geven van het brokje afgewisseld worden zodat het voor de hond spannend blijft, waardoor hij de oefening beter zal onthouden en dus beter blijven uitvoeren.

Aanhalen:  Een knuffel of een aai is voor veel honden eveneens een krachtige problemen.  Nadeel is:  let op wanneer u uw hond aait, heeft hij al dan niet een gewenst gedrag vertoond?  Dit kan soms onduidelijk overkomen bij uw hond.

Door middel van klassieke conditionnering kunnen we met behulp van voer of een aai het commando " braaf " ( of de clicker ) aanleren.  U zult versteld staan van het enthousiasme die uw hond vertoont bij het werken met de clicker.  Zodra de hond dit commando (geluid) kent, kan het ook als beloning worden gebruikt.  Met het stemgebruik moet bij sommige oefeningen echter worden opgepast.  Indien de hond in de "af" positie ligt, is het niet handig om uitbundig met het stemgebruik om te gaan: de hond zal dan snel de neiging hebben om weer op te springen en naar u toe te komen.  Bij dit soort oefeningen moet dus eerder op een rustige manier worden beloond.

Speeltje:  Voor honden die niet zo "brokjesgevoelig" zijn maar wel erg gek op een bepaald speeltje, kan dit speeltje in plaats van het brokje als beloning worden gegeven.  Hier net hetzelfde als bij het voer, hou dit speeltje steeds op een plaats waar uw hond er niet aan kan, zodat het aanlokkelijk blijft op de momenten dat u er beroep op wilt doen.


    


Er worden soms ook onbewust verkeerde ( ongewenste) gedragingen aangeleerd, bijvoorbeeld door het troosten of geruststellen van de hond op het moment dat deze angstgedrag vertoont.

Net als beloningen worden straffen vaak op een incorrecte manier uitgevoerd.  Net zoals bij het geven van een beloning moet ook de straf direct volgen op het gedrag.  Het heeft dus geen zin een hond die tijdens onze afwezigheid de kamer heeft verbouwd, te straffen voor dit gedrag.  De hond heeft er immers geen idee van dat hij voor de thuiskomst van de eigenaar iets heeft uitgespookt dat door de eigenaar van de hond niet als aangenaam wordt ervaren.  Hij koppelt slechts bepaalde omgevingsfactoren aan elkaar voor het krijgen van straf, in dit geval de aanwezigheid van, bijvoorbeeld, een vernielde stoel en de binnenkomst van de eigenaar.  Het dier heeft er echter geen idee van dat hij zelf verantwoordelijk was voor het vernielen van de stoel.  Hetzelfde geldt bij ongewenste plasjes in huis, dit kan enkel bestraft worden (trouwens nooit een hond met zijn neus in z'n eigen uitwerpselen duwen) wanneer men het ziet gebeuren, op het moment zelf dus.  De beste manier hiervoor is de hond meteen naar de plaats brengen waar hij volgens uw wens z'n behoeftes zou moeten leren doen.

Daarnaast kan het geven van straf ook negatieve effecten hebben.  Te hard straffen kan leiden tot angstgedrag en naarmate men hierin verder gaat, soms agressief gedrag.  Bovendien kan voor sommige mensen het straffen verslavend werken, men vergeet dan het gewenste gedrag te belonen, waardoor de hond angstig en onzeker wordt, en de kans dat hij dus agressief zal reageren toeneemt (angst-agressie). 
Als de hond zich onderworpen heeft, moet er niet worden doorgegaan met straffen.  Gebruik maken van straf en/of correctie is dus bij de meeste problemen nauwelijks aanvaardbaar of effectief.

De beste manier om een hond een bepaald gedrag af te leren is de hond een alternatief te geven, wat dan weer beloond kan worden.  Probleemgedrag ontstaat vaak doordat de fouten zijn gemaakt bij het belonen of straffen.  Het is dan weer zaak de hond alternatieven aan te bieden, voordat men overgaat tot corrigeren.

Zoals al eerder vermeld is behalve de sterkte van de straf en de beloning ook de timing van beide erg belangrijk.  Indien het gaat om zaken die we niet kunnen controleren (zoals het vernielen van het meubilair tijdens afwezigheid van de eigenaar), is het beter om te voorkomen dat de hond ongewenst gedrag kan gaan vertonen.  In dat geval kan een bench een uitkomst zijn.  Hiermee wordt ongewenst gedrag voorkomen en als de hond de bench heeft aangeleerd als een prettige ervaring, zal hij er ook geen moeite mee hebben.

Hetzelfde geldt voor het straffen van de hond als hij na eindeloos roepen eindelijk komt.  Wordt de hond op het moment dat hij dan toch bij de eigenaar komt gestraft, dan wordt niet het treuzelen van de hond maar het terugkomen bestraft.  Met als gevolg dat de hond de volgende keer twee keer zal "nadenken" vooraleer hij terug tot bij u komt want er hangt hem tenslotte een straf boven het hoofd...  Wat het belonen betreft wordt vaak waargenomen dat de hond na het terugkomen eerst moet gaan zitten en dan pas beloond wordt.  Hiermee hebben we opnieuw niet het terugkomen aangeleerd, maar het gaan zitten.  Het voor de eigenaar gaan zitten is een aparte oefening, die pas in een later stadium gekoppeld kan worden aan het hier komen.  

Lees meer
bottom of page